Op woensdag vertrekken we aan het einde van de ochtend naar het vliegveld van Dehradun. We nemen afscheid van alle lieve mensen in de Ashram en spreken af dat we snel weer terug komen. Sommige yogi’s blijven hier een langere tijd voor vrijwilligerswerk of een stilteretraite, of ze werken hier permanent, voor ons zit het er na 10 dagen al weer op. Vaak zie je in het voorjaar wel dezelfde mensen, die net als ons een jaarlijkse retraite doen om even op te laden. We reizen met een tussenstop op Delhi airport door naar Varanasi en komen daar rond 18.00 uur aan op het vliegveld. Als je buitenkomt staan de taxichauffeurs te wachten en houden een bordje omhoog met je naam erop zodat je kunt zien wie jou op komt halen. We lopen een paar keer langs de rij heen en weer maar zien geen chauffeur met onze namen of de naam van het hotel waar we verblijven. Dat wordt lastig want nu begint het spelletje van de Indiërs. Ze zien je aarzelen en zoeken en komen één voor één op je af om je een taxi aan te bieden. We hebben helaas geen andere keuze en kiezen er één uit die voor ons het hotel belt en daarna aangeeft dat hij er ons naar toe kan brengen. Zijn broer kan ons wegbrengen en zo zitten we even later met twee Indiase mannen in een taxi in de hoop dat ze ons bij het juiste hotel brengen voor een redelijke prijs. In het hotel blijkt dat we de verkeerde tijd hebben doorgegeven en dat de chauffeur twee uur had staan wachten op ons en toen terug is gegaan. Tsja, zo wil er nog wel eens het één en ander misgaan op zo’n reis. Het hotel is redelijk voor Indiase begrippen, we rusten uit op de kamer en eten ’s avonds in het restaurant, even bijkomen van de vermoeiende dag.