De volgende morgen, of eigenlijk nacht, staan we vroeg op, we nemen de taxi om kwart over 4, althans dat is de bedoeling. Maar zoals het vaak gaat in India komt de taxi niet en is het ook niet helemaal duidelijk of er wel eentje besteld is. Uiteindelijk regelt iemand van het hotel een Riksha en mogen we weer meerijden met een tanige Indiër die ons fietsend meeneemt naar de Ganges. Daar onderhandelen we met een bootsman die ons meeneemt in zijn boot voor een tochtje van 2 uur over de Ganges. Het is nog donker en rustig daar en al varend zien we de stad ontwaken. Het is een prachtig gezicht om vanaf het water langs alle ghats te varen en de bijzondere gebouwen te zien. Wat natuurlijk nog specialer is, zijn de mensen. Mensen zijn aan het badderen in de Ganges, ze gieten het water over zich heen of staan zich eerst eens lekker in te zepen. Of ze wassen hun kleding en lakens erin. Gisteren zagen we dat er ook een bepaald gedeelte is waar de koeien er in gaan en afgespoeld worden met het Ganges water. En een stukje verderop zijn de rituele verbrandingen ook al weer begonnen, of misschien gaan ze wel de hele nacht door, dat weet ik niet precies. We zien de rook opstijgen en blijven daar met de boot een poosje liggen om te kijken naar de rituelen. De bootsman vertelt van alles over Varanasi, maar zoals veel Indiaas Engels is het slecht te volgen. Hij roeit weer rustig terug naar het beginpunt en onderweg zien we nu al veel meer boten met toeristen. Het wordt al weer aardig druk en we zijn blij dat we vroeg vertrokken zijn. We maken nog wat foto’s op de trappen en gaan dan terug naar het hotel voor het ontbijt.