We klimmen naar boven om een kopje thee te drinken in het restaurant van een hotel waarbij je uitzicht hebt over de Ganges. Het is heerlijke thee met citroen, gember en honing en na de warmte en drukte van de stad is het een verademing om hier even lekker uit te rusten. Om terug te gaan naar ons hotel beginnen we aan een tocht door de smalle straatjes van Varanasi. Het is echt niet te geloven wat je onderweg allemaal ziet en ruikt. Mensen die dicht op elkaar gepakt in kleine krotjes zitten en daar proberen wat te verkopen, veel scooters en brommers, want voor een auto is het te smal, veel koeien, koeienpoep, bedelende kinderen en onbekende geuren van baksels die in een stalletje op straat worden klaargemaakt. We lopen in een rondje en komen weer uit bij de Ganges, lang leve google maps want zo komen we uiteindelijk weer uit op de doorgaande weg waar we een Riksha nemen. Ik heb medelijden met de bestuurder, hij moet voor ons drieën trappen en zeker als het omhoog gaat is dat niet gemakkelijk. Voor ons is het een geweldige belevenis, we zitten samen in de koets hoog achterop de fiets en hebben zo een prachtig uitzicht. Doodmoe van de indrukken komen we bij het hotel en blijven daar voor het avondeten.